Geschiedenis

De club die drie decennia onder de naam Sunair BCO schitterde en vandaag als Filou BCO bloeit, ontstond op 25 mei 1970 uit een samenwerking van VG Oostende en AS Oostende. Sinds 1970 vierden de Oostendenaars vijftig nationale trofeeën. De jubilaris is meer dan ooit ’s lands meest gelauwerde basketclub.

Sunair BCO nam het stamnummer van VG Oostende, 245, over. De Végisten hadden op het palmares al één beker van België. Ze wonnen immers de editie 1962.

In zijn eerste seizoenen moest Sunair BCO nog wat het pad verkennen. De club leek eerst op een liftploeg want ze vertoefde in de vier eerste jaargangen telkens in een andere reeks. Pas na de tweede promotie vanuit tweede klasse, in 1973, bleven de Oostendenaars een vaste waarde in eerste nationale. Ongeduldig jaagden de Sunnies, die al in 1974 van Europees basket mochten proeven, op een triomf. Stichter-voorzitter Rudolf Vanmoerkerke genoot in het seizoen 1978-1979 van de eerste nationale trofee. Sunair Oostende won de beker van België.

Twee seizoenen later nam de club de heerschappij in baskettend België helemaal over. Met het triumviraat Rik Samaey-Jon Heath-Mark Brown als basis boekte Sunair onder leiding van coach Roger Dutremble en assistent Freddy Deckmyn in de competitie 1980-1981 een dubbelslag: beker van België en landstitel. De geel-blauwen herhaalden dat meteen tweemaal: drie doubles op rij dus. Meer zelfs, Oostende won in de jaren tachtig zes seizoenen op rij de landstitel. Na één seizoen met lege handen finishte Sunair BCO in 1988 opnieuw als primus in het kampioenschap. Zeven titels in amper acht competities: Sunair BCO had zich stevig op de nationale basketkaart geparkeerd.

Sunair BCO rondde de tachtiger jaren af met de Benelux-beker 1988 en een beker van België in 1989. Het mocht zich ook vroeg in de jaren negentig bekerwinnaar noemen met de cupwinst in 1991.

Een nieuwe landstitel volgde pas in 1994-1995. Met de Nederlandse coach Ton Boot aan het roer haalden toppers als Barry Mitchell, Jean-Marc Jaumin, Ronny Bayer en Matthias Desaever het van Charleroi. Het was meteen het eerste titelfeest in de mister V-arena, de eigen locatie van de club. De letter V in de naam verwees naar de familienaam van de praeses, Rudolf Vanmoerkerke. Nog voor de eeuwwissel kusten de Oostendenaars twee seizoenen op rij de beker van België. Europees schitterden de geelhemden onder coach Dirk Bauermann met een halve finale in de Koraçbeker 1998-1999.

In het nieuwe millennium vierde BC Oostende, onder de sponsornaam Telindus, een duo aan back-to-back-kampioenschappen. Eerst juichte de kustploeg om de landstitels 2000-2001 (zelfs een double want ook bekerwinnaar) en 2001-2002. De coaches waren respectievelijk Aäron McCarthy en Eddy Casteels. Tot de twee titelteams behoorden onder meer Tomas Van Den Spiegel, Virginijus Praskevicius en Christophe Beghin. Daarna volgden de landstitels 2005-2006 (coach Mihailo Uvalin) en 2006-2007 (coach Sharon Drucker), telkens met onder meer Sam Van Rossom, Vesa Petrovic en Elvir Ovcina in het team. De vier komende seizoenen blonk Oostende niet uit in het kampioenschap. Wel kleurden twee bekers van België, 2008 en 2010, en een derde plaats in de Final Four van de FIBA Eurochallenge anno 2011 deze periode.

Vanaf het seizoen 2011-2012, met coach Dario Gjergja aan het hoofd van het team, vatte Oostende, eerst onder de naam Telenet, een succesperiode aan die zijn gelijke niet kende in het Belgische basketbal. De kustploeg herstelde de hiërarchie. Jaar na jaar zwol het palmares aan. De Zeekapiteins heroverden in 2012 na een playoff-finalereeks met verlenging in het vijfde duel de landstitel op Charleroi. Daarop volgden zes seizoenen met een perfecte double: landskampioen en bekerwinnaar, van 2012-2013 tot en met 2017-2018, het seizoen zonder naamsponsor.

Kapitein Dusan Djordjevic stuurde zijn team ook onder de naam Filou Oostende naar nog twee nieuwe landstitels. Dit brengt de onafgebroken rij landstitels op negen: een onwaarschijnlijke nine-peat dus. Coach Gjergja plaatste sinds 2012 twintig trofeeën in de Oostendse prijzenkast: negen landstitels, zeven bekers van België en vier Supercups. Ook kwalificeerde Oostende zich in die periode voor de halve finale in de FIBA Europe Cup 2017. Dat was al de derde keer dat BCO bij de beste vier van een continentale clubcompetitie behoorde.

Sinds de gouden periode in de jaren tachtig sprak BC Oostende dus altijd zijn woord aan de top van het Belgische basketbal mee. Dat resulteerde in tweeënvijftig nationale trofeeën die volgden op de eerste triomf van 1962. Het woord record past op alle vlakken bij de nationale prijzen van BC Oostende: zowel in dat algemeen totaal (58) als in de landstitels (24), bekers van België (20) en Supercups (14). In geen enkele categorie triomfeerde een Belgische basketclub vaker dan BC Oostende. 

Nationale trofeeën van de club met stamnummer 245:

Landstitel (24): 1981, 1982, 1983, 1984, 1985, 1986, 1988, 1995, 2001, 2002, 2006, 2007, 2012, 2013, 2014, 2015, 2016, 2017, 2018, 2019, 2020, 2021, 2022, 2023.

Beker van België (20): 1962, 1979, 1981, 1982, 1983, 1985, 1989, 1991, 1997, 1998, 2001, 2008, 2010, 2013, 2014, 2015, 2016, 2017, 2018, 2021.

Supercup (14): 1981, 1982, 1988, 1989, 1998, 2000, 2006, 2014, 2015, 2017, 2018, 2021, 2022, 2023.